Extra belasting

Directe omgeving – de partner

Wanneer het leven en de toekomst van je ‘maatje’ op het spel staan, dan ervaar jij als partner dat net zo. In het dagelijks leven verandert je rol als partner. De nadruk komt meer dan voorheen te liggen op het zorgen voor, het steunen van en de aandacht geven aan. Dit geldt zeker wanneer je partner meer en meer afhankelijk wordt.
De gelijkwaardige verhouding, waarop je relatie is gebaseerd, lijkt meer ongelijkwaardig. Je geeft meer, met hoeveel liefde ook, dan je ontvangt. Je komt, vergeleken met de situatie voorheen, tekort.
Er kan een moment komen dat je gaat voelen en merken dat je dit zwaar valt.
Gevoelens van onzekerheid spelen een grote rol, zeker voor de toekomst. Hoe ziet jouw toekomst eruit? Moet je er rekening mee houden dat je straks alleen verder moet? Hoe doe je dat dan? Kun je het?
Ook gevoelens van machteloosheid zijn er. Kon je maar iets overnemen van het pakketje van de ander. Je hebt het idee dat je alleen maar kunt toekijken. En het aanzien van het lijden van je partner is zwaar. Geen wonder dat ook de balans van jou als partner uit evenwicht is.
De partner zal er bewust aandacht aan moeten geven hoe voor zichzelf de draagkracht in te vullen. Het is goed om jezelf toe te staan dat je niet altijd de sterkste hoeft te zijn; dat je ook voor je zelf mag – zelfs moet – kiezen zonder dat dit egoïstisch is.
Tevens is het belangrijk samen te bespreken hoe ieder de situatie voor zichzelf aanvoelt en ervaart. Het gevaar bestaat namelijk dat je voor de ander iets invult wat die heel anders beleeft. Daardoor kun je tot verkeerde conclusies komen, met alle gevolgen vandien.
Samen leven in een situatie waarin kanker een grote rol speelt, is de hogeschool van het partnerschap. Het vergt van de partners veel energie en inspanning.
Communicatie met elkaar is de basis van het slagen. Het is haalbaar, maar een dosis ‘geluk’ kun je wel gebruiken.
 

De naaste omgeving – de kinderen

Leven in een gezin waarvan een van de ouders kanker heeft, is belastend voor de kinderen. Als ouder heb je de intuïtieve behoefte je kind te beschermen tegen pijn en verdriet. Dit is dan ook de reden dat je je kind eigenlijk liever niet vertelt dat er sprake is van een ernstige en of ongeneeslijke ziekte.
Het blijkt echter dat een kind heel goed merkt als er iets aan de hand is. Wanneer het er – met alle goede bedoelingen – wordt buitengehouden kan het kind allerlei fantasieën ontwikkelen of verkeerde conclusies trekken. Het zal zich ook buitengesloten en eenzaam gaan voelen. Soms ontwikkelt een kind zelfs schuldgevoelens, alsof het de oorzaak van alle problemen is.
In de praktijk blijkt echter dat een kind heel goed met een dergelijke situatie kan omgaan, mits het serieus wordt genomen.
Wanneer kinderen met een zieke ouder worden geconfronteerd, kunnen ze reacties vertonen die ouders onzeker of zelfs ongerust maken. Het zijn reacties die horen bij de draagkracht van kinderen en die het hun mogelijk maken overeind te blijven.
Zo’en herkenbare reactie is bijvoorbeeld dat ze weer snel overgaan tot het leven van alledag. Dat is hun houvast en afleiding. Een moeder was het opgevallen dat de kinderen in de eerste weken van de therapie heel behulpzaam waren en zonder morren de afwas deden: maar al heel snel wisten ze niet meer waar de theedoek hing.
Kinderen hebben ook duidelijk behoefte aan een eigen leven. Voor hen is het goed dat er tijd overblijft voor hobby’s, sport en de disco. Voor kinderen voelt het soms veiliger om met iemand buiten het gezin over hun gedachten en gevoelens te praten dan binnen het gezin. Dit is geen afwijking of vlucht. Het is veeleer hun bescherming van de ouders, die het al moeilijk genoeg hebben.
Negatieve of dubbele gevoelens ten opzichte van de zieke ouder zijn normaal, maar kunnen kinderen heel onzeker maken. Ze kunnen er zich schuldig door voelen. Ze vinden het vreselijk dat vader of moeder zo ziek is en tegelijkertijd zijn ze al die onrust en rompslomp zo zat.
Een meisje, zestien jaar, van wie de vader ziek was, zei dat ze wel eens gek werd van al die vragen aan haar hoe het nu met hem ging. Altijd op momenten dat ze de ziekte eens wilde vergeten…

De volgende adviezen komen uit de praktijk en gelden voor elk kind:

 -  gedachten en gevoelens via het gedrag laten uiten;
 -  concentratieverlies niet negeren, maar accepteren;
 -  voldoen aan de behoefte aan de waarheid met informatie en uitleg;
 -  de behoefte aan aandacht en bevestiging honoreren;
 -  voldoen aan de behoefte aan meer ‘knuffels’;
 -  ruimte geven aan eigen gedachten en gevoelens;
 -  een vast dagritme zo goed mogelijk handhaven.