CLL - Diagnosestelling en controle
Lichamelijk onderzoek
Vaststelling van een eventuele lymfekliervergroting, lever- en miltvergroting.
Bloedonderzoek
De diagnose van deze vorm van leukemie wordt dikwijls ontdekt door een toevallig bloedonderzoek zonder dat er andere symptomen zijn. Er is gedurende minstens 4 weken lymfocytose(Een hoog aantal witte bloedcellen betekent niet altijd dat er een leukemie aanwezig is).
Infecties of een zogenaamde leukemische reactie van medikatie en insecten kan het aantal witte bloedcellen immers voor korte tijd verhogen.
Voorbeeld van een a-typische lymfocyt
De lymfocyten zijn verhoogd, de segmentkernige witte bloedlichaampjes en de monocyten zien er normaal uit maar zijn in aantal afgenomen.
Andere variabelen die gemeten worden: bloedbezinkingssnelheid, hemoglobineconcentratie, aantal reticulocyten, leucocyten en de daling van de trombocyten.
De kleine lymfocyten blijken in een uitstrijkje gemakkelijk kapot te gaan. Die resten heten de "Gumprechtse schollen"
Bloed- en beenmergstrijkjes gekleurd volgens May Grünwald Giemsma.(MGG)
Zonodig zure fosfatasekleuring.
Er wordt ook een immunologisch profiel bepaald van de bloedlymfocyten met behulp van de monoklonale lichamen. Dit heet men : immunophenotypering.
Bepaling van het immunophentype in het bloed en in het merg is erg belangrijk. Dit onderzoek geeft immers informatie of de geaccumuleerde witte bloedcellen afkomstig zijn van een maligne transformatie van een B-cel dan wel van een T-cel . Deze informatie is belangrijk voor de behandeling van de ziekte. Ter informatie: meestal heeft een CLL-patiënt een B-cell type van leukemie.
Op basis van hun oppervlakte-antigenen kunnen zij dan verder onderverdeeld worden in:
- chronische lymfatische leukemie (95 % B-cel)
- chronische prolymfocytaire leukemie
- hairy cel leukemie en variant
- splenisch lymfoma met villeuze lymfocyten (SLVL)
- mantelzone lymfoma
- intermediair lymfocytair lymfoma
Beenmergonderzoek
Een cruciaal onderzoek voor de bepaling van leukemie. Bij deze methode wordt een naald gebruikt om de harde buitenkant van het been te doordringen en een monster van het zachte merg uit het midden van het been te halen.
Het belangrijke van een beenmergbiopsie is dat de witte bloedcellen die daadwerkelijk in het beenmerg worden geproduceerd, onderzocht en geteld worden voordat ze in de bloedstroom terechtkomen . In het beenmerg maken de lymfocyten meer dan 30 % van alle gekernde cellen uit met een onderdrukking van andere bloedcellen. Het beenmerg wordt cytologisch en histologisch onderzocht.
Radiologische onderzoeken
Hieronder valt o.a. het standaard borstkas röntgen onderzoek, waarbij wordt gezocht naar tumoren en tekenen van pneumonia of lymfocytische infiltratie van het vlies van de longen. Bij een verdachte uitkomst van een borstkas röntgenonderzoek wordt nog een CT-scan uitgevoerd voor extra duidelijkheid. Een CT-scan geeft namelijk veel meer details dan een röntgen-foto. Wanneer beenweefsel pijnlijk wordt, kan een standaard röntgenfoto laten zien of er een kwaadaardige tumor aanwezig is. Na het injecteren van een kleurstof wordt er een scan gemaakt van het gehele lichaam zodat elk beengedeelte kan onderzocht worden.
Radiologisch en echografisch kan men adenopathieën in meerder klierstreken of een hepatosplenomegalie aantreffen.
Urineonderzoek
Urineanalyse op eiwit, glucose, sediment